WWF

Welkom Wereld Natuur Fonds lezers en leuk dat jullie interesse hebben in deze actie!

Er zijn bijna twee miljoen honden in Nederland. Deze honden worden meerdere keren per dag uitgelaten. Stel je voor als iedereen tijdens het uitlaten nu 1 stukje zwerfafval meeneemt? Of nog leuker als je hond ook wat meeneemt?

Doe mee en maak met elkaar een enorm verschil!

Instructie film

Tip 1: Hou het veilig

“Zorg één bij de training en ook daarna: hou het veilig. Ik heb mijn hond alleen getraind in plastic flesjes en blikjes. Glaswerk en etenswaren laat ze liggen. Glas kan scherp zijn, eten bedorven en dat is niet veilig.”

Tip 2: Begin klein

“Begin met één soort zwerfafval: focus bijvoorbeeld eerst op petflessen. Als dat lukt, kun je je hond ook gaan trainen om blikjes te apporteren. En bedenk een duidelijke zoekterm: ‘Zoek fles’.”

Tip 3: Stop koekjes ín de flessen

“Het aanleren is eigenlijk kinderlijk eenvoudig. Maak een paar gaatjes in een petfles en doe er een heel lekker hondenkoekje in. Als je hond de fles pakt en terugbrengt, beloon je hem met het koekje uit die fles. Het koekje moet echt uit de fles komen, niet uit je zak. Alleen dan wordt de fles belangrijk voor je hond. Maak er een spel van: je kan de fles in eerste instantie verstoppen in je woonkamer of in je tuin, en als dat werkt ook buiten gaan zoeken.”

Tip 4: Belonen en afkeuren

“Als je gaat wandelen en je hond loopt naar iets anders dan de petfles, bijvoorbeeld een lege chipszak, dan zeg je dat dat niet goed is. Bij de fles krijgt je hond een beloning, bij een lege chipszak zet je een zware stem op. Zo leert hij wat hij wel en niet moet terugbrengen.”

Tip 5: Neem de tijd

Neem de tijd om goed te oefenen en te trainen. Bij mij en Joy duurde het twee weken. Als je veel oefent, kan je hond het in twee tot drie weken aanleren.

Tip 6: Gebruik een hulphondentuigje

Zorg dat je je hond ‘aan en uit kunt zetten’. Sommige honden slaan door en kunnen niet stoppen met zoeken van enthousiasme. Mijn hond heeft een speciaal tuigje, dat hulphonden ook hebben. Als het tuigje om is, weet ze: nu gaan we werken. Gaat het tuigje af, dan is het werk gedaan en kan ze uitrusten.”

Tip 7: Zorg voor een veilige locatie

“Je hond moet veilig kunnen zoeken, dus doe het niet in de buurt van een weg bijvoorbeeld. Geen auto’s in de buurt dus, want ze rennen alle kanten op. Je kan het beter in een omgeving doen met struiken, speeltuinen of lege parkeerplekken.”

Tip 8: Let op recreanten

“Doe het werk niet op plekken waar mensen picknicken. Laatst pakte mijn hond een volle fles spa blauw af van een paar jongens die op een handdoek lagen. Dat onderscheid kan een hond dan niet maken. Of begin pas met opruimen als de recreanten weg zijn. Pas je een beetje aan de omgeving aan.”

Tip 9: Leeftijd maakt niet uit

“Dit werkt niet bij alle honden. Het beste zul je hebben bij werkhonden en speurhonden zoals de Labrador of de Golden Retriever. De leeftijd maakt niet zoveel uit: Joy was al zes jaar toen we begonnen. Met oudere honden kan het dus ook, als ze maar willen werken en leergierig zijn. Denk ook niet dat het zielig is. Mensen vrezen dat wel eens maar dat is absoluut niet zo. Ik merk het aan mijn eigen hond. Ze danst bijna als we beginnen, het is één groot spel voor haar. De beloning is eigenlijk het opruimen zelf en samen met haar baasje bezig zijn.”

Tip 10: Ruim zelf ook op

“En last but not least: neem een extra tas mee en pak zelf ook af en toe wat op. Dan wordt het nog leuker. We leven met zijn allen in een klein landje, laten we het samen schoonhouden. Zeker nu in de zomer met dat lekkere weer, dan is er echt extreem veel afval. Ik kan elke dag vier, vijf zakken zwerfafval ophalen.”